Adapter pattern
Een adapter zorgt ervoor dat twee onderdelen die niet vanzelf met elkaar praten, dat toch netjes doen. Denk aan een stekker uit Engeland die je in een Nederlands stopcontact wilt steken: zonder adapter lukt dat niet. In software werkt het precies zo. Het adapter pattern maakt van een bestaande interface een nieuwe variant, zodat je componenten kunt hergebruiken zonder alles aan te passen. Voor developers en ontwikkelteams is het een handige oplossing om legacy code te verbinden met moderne systemen, zonder je hele architectuur om te gooien.
Inhoudsopgave
Tussen de regels door vertaald
Een adapter vertaalt de ’taal’ van de ene klasse naar de andere.
Je hebt een bestaand betaalsysteem dat werkt met een oude API, maar je nieuwe checkout verwacht een ander formaat. In plaats van beide systemen aan te passen, schrijf je een adapter die het ene formaat omzet in het andere.
Zo blijft de oorspronkelijke logica intact, maar werkt alles wél samen. Dat maakt je systeem flexibeler en voorkomt dat je oude code telkens opnieuw moet aanpassen.
Slim omgaan met oude systemen
Het adapter pattern is vooral handig in grotere codebases waarin je niet alles zomaar kunt herschrijven. Stel je werkt aan een nieuwe module, maar je moet data ophalen uit een oudere database-structuur. In plaats van die oude structuur aan te passen, maak je een adapter die zorgt dat jouw nieuwe code begrijpt wat er staat.
Hierdoor worden je nieuwe onderdelen toekomstbestendig, terwijl je bestaande code gewoon blijft werken.
Minder breekwerk, meer schaalbaarheid
Door het gebruik van adapters kun je systemen uitbreiden zonder het risico dat je per ongeluk iets kapotmaakt. Je houdt verantwoordelijkheden gescheiden, je code wordt beter testbaar en je maakt het eenvoudiger om delen te vervangen als dat later nodig is.
Adapters zijn dus niet alleen praktisch, maar ook een slimme investering in de schaalbaarheid en onderhoudbaarheid van je applicatie.
Veelgestelde vragen
Nee, het is toepasbaar in verschillende programmeerstijlen, maar het komt het meest tot zijn recht in Object-Oriented Programming.
Een facade vereenvoudigt een hele interface, een adapter vertaalt een bestaande interface naar een andere.
Nee, het principe is vrij eenvoudig, vooral als je begrijpt welke structuren je met elkaar wilt laten praten.
Als je volledige controle hebt over beide systemen en ze makkelijk kunt aanpassen, heb je vaak geen adapter nodig.