API
Een Application Programming Interface (API) is een set regels en protocollen waarmee verschillende softwareprogramma’s met elkaar kunnen communiceren. Het vormt een soort tussenlaag die het mogelijk maakt om data uit te wisselen of functionaliteit aan te roepen zonder de onderliggende code volledig te hoeven begrijpen of aan te passen.
Inhoudsopgave
Wat is een API precies?
Een API is als een brug tussen twee systemen. Het geeft ontwikkelaars toegang tot specifieke functies of gegevens van een applicatie zonder dat ze zich hoeven te verdiepen in hoe die applicatie intern werkt. Denk aan een restaurant: de menukaart (API) laat zien wat je kunt bestellen, maar je hoeft niet in de keuken te kijken om te begrijpen hoe het eten wordt bereid.
Hoe werkt een API?
Een API werkt meestal via een request-response-model: eerst stuurt een applicatie een verzoek naar een server via een API, waarna de API het verzoek verwerkt en een antwoord terug stuurt. Het verzoek dat teruggestuurd wordt door de API, is meestal in de vorm van data.
- Request: Een applicatie (bijvoorbeeld een mobiele app) stuurt een verzoek naar een server via een API.
- Response: De API verwerkt het verzoek en stuurt een antwoord terug, vaak in de vorm van data (bijvoorbeeld in JSON of XML-formaat).
Voorbeelden van API-gebruik
Bijna alle digitale technologieën maken tegenwoordig gebruik van API-verzoeken. Enkele voorbeelden hiervan zijn social media integraties (een website toont een live-feed van X of Instagram), betalingssystemen (webshops die gebruik maken van PayPal of Mollie om betalingen te verwerken), weerapps en navigatieservices.
Waarom zijn API’s belangrijk?
API’s versnellen en vereenvoudigen softwareontwikkeling door herbruikbare functionaliteit te bieden. Ze maken het mogelijk om complexe systemen te koppelen zonder deze van de grond af opnieuw te bouwen. Dit bespaart tijd, verhoogt de efficiëntie en bevordert samenwerking tussen verschillende systemen en diensten.
Veelgestelde vragen
Een API is een bredere term die allerlei soorten interfaces omvat, terwijl een webservice specifiek een API is die via een netwerk zoals het internet toegankelijk is. RESTful API’s zijn een voorbeeld van een webservice.
Nee, API’s kunnen zowel openbaar als privé zijn. Publieke API’s zijn beschikbaar voor iedereen, terwijl privé-API’s alleen binnen een organisatie of voor specifieke partners toegankelijk zijn.
Een API-sleutel is een unieke code die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot een API. Het helpt de aanbieder om het gebruik te controleren en te beveiligen tegen ongeautoriseerde toegang.
Ja, in de meeste gevallen heb je programmeerkennis nodig om API’s te integreren in een applicatie. Tools zoals Postman kunnen echter helpen om API’s te testen zonder directe codering.